| Summary: | Dit boek verscheen in het honderdste geboortejaar van de Zwitserse theoloog Karl Barth (1886-1968), jarenlang hoogleraar voor gereformeerde theologie te Göttingen, Münster en Bonn. Het merkwaardige aan deze man was, dat hij in Nederland door hervormden meer gelezen en gewaardeerd werd dan door gereformeerden. Een van zijn meest geharnaste bestrijders was A. Janse ("Janse van Biggekerke", 1890-1960), hoofd van een gereformeerde school en theoloog bij de gratie Gods. Wat deze onderwijsman tegen Barth geschreven heeft, zou hele boekdelen kunnen vullen. In dit boek is een selectie opgenomen, voornamelijk stukken van vóór de oorlog. Studenten in de theologie en jongere predikanten, die alleen maar "wel eens van Barth en van Janse gehoord" hebben, vinden hier in klare taal en zonder theologisch jargon uiteengezet waarom het Barth te doen was en wat Janse daar onverschrokken tegenover stelde.
|
|---|